Overheidsorganisaties nemen veel besluiten die invloed kunnen hebben op uw bedrijf of uw bedrijfsvoering. Voor veel ondernemers is het onduidelijk welke stappen zij kunnen ondernemen om hiertegen hun bezwaar kenbaar te maken. Hierna geven wij hierover uitleg.
In eerste instantie is het altijd belangrijk om na te gaan of er sprake is van een besluit in de ‘juridische zin’. Hiervan is sprake als een overheidsorganisatie een schriftelijke beslissing heeft genomen die (rechts)gevolgen voor u heeft. Een aankondiging van een besluit, bijvoorbeeld wij zijn voornemens om …, is dus ook nog geen besluit. Wel een besluit is een brief waarin aangegeven wordt dat een parkeerboete opgelegd wordt, een vergunning verleend of geweigerd wordt of een brief waarin een last onder dwangsom opgelegd wordt.
Als u het niet eens bent met een besluit van een overheidsorganisatie dan kunt u hiertegen in bezwaar of beroep. Over het algemeen is het zo dat tegen besluiten waaraan een voornemen vooraf is gegaan beroep aangetekend moet worden en tegen besluiten die direct genomen zijn bezwaar aangetekend moet worden. Voorbeeld: Als een gemeente het voornemen kenbaar maakt om u een ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen en u later daadwerkelijk een besluit krijgt dan moet u beroep aantekenen. Als de gemeente u een vergunning weigert, dient u bezwaar aan te tekenen. Een overheidsorganisatie geeft vaak in de brief waarin het besluit staat zelf aan of u bezwaar of beroep moet aantekenen.
U kunt bezwaar aantekenen door een bezwaarschrift in te dienen bij de overheidsinstelling die het besluit genomen heeft. In dit bezwaarschrift moet u vermelden dat u bezwaar maakt, tegen welk besluit u bezwaar maakt, waarom u bezwaar maakt, wat uw naam en adres is en tot slot moet u het bezwaarschrift ook ondertekenen. Het bezwaarschrift moet bovendien een datum bevatten en het moet binnen zes weken na het nemen van het besluit ingediend worden.
Nadat een overheidsorganisatie een bezwaarschrift heeft ontvangen, gaan zij soms een gesprek aan om het probleem op te lossen. Als dit niet lukt of als er geen gesprek volgt, verzoekt de overheidsorganisatie aan een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie om een advies uit te brengen over het bezwaarschrift. Deze commissie nodigt de bezwaarmaker uit voor een hoorzitting. Tijdens deze hoorzitting mag de bezwaarmaker aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit en de overheidsorganisatie mag uitleggen waarom het besluit genomen is. Vervolgens kan de commissie nog een aantal vragen stellen. Na de zitting brengt de commissie een advies uit aan de overheidsorganisatie over het bezwaarschrift. De overheidsorganisatie moet vervolgens een beslissing op het bezwaarschrift nemen. Dit is een nieuw besluit. Dit nieuwe besluit kan precies hetzelfde zijn als het eerste besluit (bijvoorbeeld de vergunning blijft geweigerd) maar het kan ook een ander besluit bevatten (bijvoorbeeld de aanvraag om een vergunning wordt alsnog verder in behandeling genomen). Als u het ook niet met de beslissing op bezwaar eens bent kunt u beroep aantekenen.
In een bezwaarschriftenprocedure begint de termijn te lopen de dag nadat u het besluit heeft ontvangen. Vanaf dat moment heeft u zes weken de tijd om een bezwaarschrift in te dienen. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend moet de overheidsinstelling binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijn om een bezwaarschrift in te dienen een beslissing op bezwaar nemen. Deze termijn mag eenmalig met zes weken worden verdaagd.
De bovengenoemde procedure is de standaardprocedure. Voor bijvoorbeeld belastingzaken is er een aparte procedure van toepassing. Vaak staat dit ook in besluiten vermeld. Als u een besluit heeft ontvangen en u niet zeker weet welke procedure van toepassing is, kunt u het beste contact opnemen met een jurist.
Bezwaarschriftenprocedures mogen zonder juridische bijstand gevoerd worden. Toch is het vaak verstandig om een specialist in de arm te nemen. Bezwaarschriftenprocedures worden ondanks het wat informele karakter wel op de juridische inhoud beoordeeld en overheidsorganisaties schakelen zelf vaak juristen in om deze procedures te behandelen.