De laatste jaren is er veel te doen geweest rondom de permanente bewoning van recreatieverblijven. In veel gemeenten gebeurt het dat er mensen permanent op vakantieparken wonen, bijvoorbeeld omdat zij na een echtscheiding niet meteen een nieuwe woning kunnen vinden of simpelweg omdat een recreatieverblijf veel goedkoper is. Gemeenten hebben in 2003 de opdracht gekregen van de rijksoverheid om deze permanente bewoning aan te pakken.
De meeste gemeenten hebben vervolgens een beleid geschreven met betrekking tot permanente bewoning van recreatieverblijven. In deze beleidsnota geeft de gemeente aan hoe zij om wil gaan met permanente bewoning. Gemeenten mogen permanente bewoning die is aangevangen voor 1 november 2003 toestaan middels een ontheffing. Gemeenten mogen er echter ook voor kiezen om in alle gevallen handhavend op te treden. In uitzonderlijke gevallen kan het zo zijn dat de permanente bewoning gelegaliseerd wordt, bijvoorbeeld door de bestemming te wijzigen of doordat de bewoning onder het overgangsrecht valt.
Als u permanent in een recreatieverblijf woont, kan het zo zijn dat u ermee geconfronteerd wordt dat de gemeente de bewoning wil beëindigen. De gemeente zal dan aangeven dat u in strijd met het bestemmingsplan permanent in een recreatieverblijf woont. De gemeente moet dit echter wel eerst aantonen. Gemeenten kunnen dit bijvoorbeeld doen door controles uit te voeren op recreatieparken, gegevens op te vragen bij onder meer de belastingdienst en door u vragen te stellen.
Mocht u te maken krijgen met een besluit van de gemeente waarin staat dat u geen ontheffing krijgt voor de permanente bewoning van een recreatieverblijf of wanneer de gemeente u een besluit toestuurt waarin zij aangeven dat u het recreatieverblijf moet verlaten omdat de gemeente anders handhavend zal optreden, kunt u contact opnemen met ons voor een afspraak of advies.